
Van jongs af aan heb ik al het gevoel dat ik anders naar dingen kijk en op zoek ben naar wat het ‘normaal’ is. Ik interesseerde mij als jong meisje al in ‘verre’ volkeren en andere gebruiken en bedacht: wat kunnen wij hiervan leren? Dat is onveranderd gebleven, ook in organisaties kijk ik: wat is ons ‘normaal’? Wat maakt dat we dingen doen zoals we doen en hoe en wanneer wijken we hiervan af? Hoe vinden we elkaar in wat voor de een zo normaal is en voor de een ander ongebruikelijk?


I am because we are. Het is de korte uitleg van Ubuntu, een filosofie uit Zuid-Afrika waar ik in geloof. Het gaat ervan uit dat je zonder een ander niets bent. We zijn namelijk onlosmakelijk verbonden, omdat we aan elkaar betekenis geven. Desmond Tutu (Afrikaanse mensenrechtenactivist) beschreef het als: “Iemand met ubuntu staat open voor en is toegankelijk voor anderen, wijdt zich aan anderen, voelt zich niet bedreigd door het kunnen van anderen, omdat diegene genoeg zelfvertrouwen put uit de wetenschap dat die onderdeel is van een groter geheel.” Ik vind dit een mooie en helpende gedachte tijdens mijn werk en iets om na te streven.

